Wanneer u het concept van nanotechnologie enigszins begint te begrijpen, zult u weliswaar niet direct het idee hebben dat nanodeeltjes in principe een natuurlijk fenomeen zijn. Er zijn bijvoorbeeld allerlei levende organismen die gretig gebruik maken van structuren op nanoschaal.
De gekko
Een mooi voorbeeld van een dier dat gretig gebruik maakt van nanodeeltjes is de gekko. Als we de zolen van de pootjes van een gekko extreem uitvergroten, wordt zichtbaar dat de vingers van het beestje allemaal groeven en miljoenen minuscule haartjes bevatten. Dit worden de setae of borstelhaartjes genoemd en zijn extreem dun. De dikte van deze haartjes zijn dus op nanoschaal. Deze setae vergroten het oppervlak waarmee de gekko contact maakt met de ondergrond zodat ze meer grip hebben. Dit is mogelijk op bijna elke soort ondergrond.
De plakkracht van één enkel haartje stelt natuurlijk niet heel veel voor. Maar al die miljoenen haartjes bij elkaar zorgen er voor dat je met gemak drie gekko’s aan een ondersteboven hangende gekko kunt plakken.
Waterafstotende bladeren
De lotusbloem heeft een zeer bijzondere eigenschap. En dat is namelijk dat ze nooit vies of nat wordt. De truc die een lotusbloem hiervoor gebruikt is een wasachtig laagje dat zich over het oppervlak van de bloem bevindt. Deze laag ziet er op nano microscopisch niveau uit als een spijkerbed. En door het feit dat waterdruppels een bolle vorm hebben, resulteert dit in zeer weinig contactpunten met het oppervlak van de lotusbloem. En hoe minder contactpunten er zijn, des te minder plaats om vast te plakken aan dit oppervlak.
Daarnaast heeft het wasachtige laagje nog een extra eigenschap, en dat is dat het zichzelf maar heel zwak aan water bind. Waterdruppels op een lotusbloem zitten dus in principe nooit echt vast maar rollen allerlei kanten op. De druppels botsen vervolgens tegen elkaar aan, plakken aan elkaar en vormen een nog grotere en zwaardere druppel, welke vervolgens met gemak van de bloem afglijd.
Spinnenwebben
Het draad van een spinnenweb is extreem dun en licht, maar desondanks is het toch extreem sterk. Op de tanden van de zeeslak na, is spinnenzijde de sterkste natuurlijke bouwstof ter wereld. Om een kleine indruk te geven: Spinnenzijde is te vergelijken met de sterkte van gelegerd staal, maar dan zes keer zo dun. Het is daarom te vergelijken met Kevlar.
In een ander artikel dat op onze website te vinden is, kunt u lezen op wat voor manier het gebruik van nanodeeltjes in de natuur een inspiratie is geweest voor het gebruik in hedendaagse technologie.